Home > multimedia > kerkdienst > index

Kerkdiensten kijken of luisteren

Er is op dit moment een uitzending
U kunt nu meeluisteren

Klik op ▶ afspelen

 
Uitzending met beeld, klik   hier om te kijken.


Zondag 28 april 2024, ochtenddienst

Voorganger: ds. R.C. Verburg
Welkom
Psalm 93: 1, 4 (nb)
De Heer is Koning, Hij regeert altijd,
omgord met macht, bekleed met majesteit.
Hij grondvest d’ aarde, houdt haar vast in stand.
Onwrikbaar staat het bouwwerk van zijn hand.
 
Uw macht is groot, uw trouw zal nooit vergaan,
al wat Gij ooit beloofd hebt, blijft bestaan.
Tot sieraad is uw hoge heiligheid
en in die glans trotseert uw huis de tijd.
Stil gebed, votum en groet (staande)
Openingstekst
Lied van de maand: Alles wat adem heeft (Sela)
Alles, alles wat adem heeft:
zing het uit, prijs nu de Heer!
Zolang Hij lucht in je longen geeft:
zing het uit, alles wat adem heeft.

 
Loof de Heer in zijn heilige huis.
Loof Hem hoog in de hemel.
Loof de Heer om zijn daden vol macht.
Laat heel de wereld het weten.

 
Alles, alles wat adem heeft:
zing het uit, prijs nu de Heer!
Zolang Hij lucht in je longen geeft:
zing het uit, alles wat adem heeft.

 
Loof de Heer met de mooiste muziek
Loof Hem, want Hij is heilig.
Loof de Heer; onze God is uniek.
Laat heel de wereld Hem prijzen!

 
Alles, alles wat adem heeft:
zing het uit, prijs nu de Heer!
Zolang Hij lucht in je longen geeft:
zing het uit, alles wat adem heeft.
Leefregels van God: Romeinen 12: 9-21
9Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. 10Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. 11Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. 12Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. 13Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij. 14Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. 15Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. 16Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot nederigheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. 17Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. 19Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan Mij om wraak te nemen, Ik zal vergelden.’ 20En ergens anders staat: ‘Als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd.’ 21Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Gebed
Kindermoment
God kent jou vanaf het begin (OK 77)
God kent jou vanaf het begin,
helemaal van buiten en van binnenin.
Hij kent al je vreugde en al je verdriet.
Want Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.

 
God kent jou vanaf het begin,
helemaal van buiten en van binnenin.
Hij kent al je vreugde en al je verdriet.
Want Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.

 
En weet je wat zo mooi is
bij Jezus voel je je vrij
om helemaal jezelf te zijn.
Want Hij houdt van jou,
ja, Hij houdt van jou,
ja Hij houdt van jou en mij!

 
God kent jou vanaf het begin,
helemaal van buiten en van binnenin.
Hij kent al je vreugde en al je verdriet.
Want Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.

 
En weet je wat zo mooi is
bij Jezus voel je je vrij
om helemaal jezelf te zijn.
Want Hij houdt van jou,
ja, Hij houdt van jou,
ja Hij houdt van jou en mij!

 
God kent jou vanaf het begin,
helemaal van buiten en van binnenin.
Hij kent al je vreugde en al je verdriet.
Want Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.

 
Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.
Hij ziet de dingen die een ander niet ziet.
Bijbeluur voor de kinderen van groep 2 t/m 4 en groep 5 t/m 8
Bijbellezing: Ester 7: 1- 8: 2
1Zo waren de koning en Haman weer bij koningin Ester te gast. 2Ook op deze tweede dag zei de koning, terwijl de wijn geschonken werd, tegen Ester: ‘Wat wilt u vragen, koningin Ester? Het zal u gegeven worden. Wat is uw wens? Al was het de helft van mijn rijk, uw wens zal vervuld worden.’ 3Koningin Ester antwoordde: ‘Majesteit, als u mij goedgezind bent en als het de koning goeddunkt, schenk mij en ook mijn volk dan het leven; dat is wat ik wil vragen, dat is mijn wens. 4Want we zijn verkocht, mijn volk en ik, om gedood te worden en volledig te worden uitgeroeid. Als we waren verkocht als slaven en slavinnen, dan zou ik hebben gezwegen, want zo’n ramp zou de belangen van de koning niet schaden.’ 5‘Wie is die man, waar is die man die zijn zinnen erop heeft gezet om zoiets te doen?’ vroeg koning Ahasveros aan koningin Ester. 6En Ester antwoordde: ‘Die meedogenloze vijand, dat is die ellendeling daar, Haman!’ Haman kromp ineen van angst voor de koning en de koningin. 7Woedend stond de koning van tafel op en ging de paleistuin in. Maar Haman bleef, om koningin Ester om zijn leven te smeken, want hij besefte dat hij van de koning niets goeds te verwachten had. 8Toen de koning uit de paleistuin terugkwam in het vertrek waar het feestmaal werd gehouden, had Haman zich juist laten neervallen op de bank waarop Ester lag. ‘Ook nog de koningin aanranden in mijn aanwezigheid?!’ riep de koning uit. Nauwelijks had hij deze beschuldiging geuit of men bedekte Hamans gezicht. 9Charbona, een van de eunuchen die de koning dienden, zei: ‘Staat er bij Hamans eigen huis niet al een paal van vijftig el hoog, die Haman heeft neergezet voor Mordechai, dezelfde Mordechai die de koning ooit zo’n grote dienst heeft bewezen?’ ‘Hang hem daaraan,’ zei de koning. 10Zo werd Haman aan de paal gehangen die hij had laten klaarzetten voor Mordechai. Toen bedaarde de woede van de koning. 1Diezelfde dag nog schonk koning Ahasveros de bezittingen van Haman, de vijand van de Joden, aan koningin Ester. En Mordechai kreeg vrij toegang tot de koning, want Ester had verteld in welke relatie hij tot haar stond. 2De koning deed de zegelring af die hij Haman had afgenomen en gaf die aan Mordechai. En Ester gaf Mordechai het beheer over Hamans bezittingen.
Psalm 107: 12 (dnp)
Aanzienlijken ontdoet Hij
van al hun eer en pracht.
Eenvoudigen behoedt Hij;
aan armen geeft hij macht.
Wie eerlijk is, wordt blij.
Wie onrecht doet, zal zwijgen.
Wie is er wijs? Laat hij
oog voor Gods liefde krijgen.
Verkondiging: Dan gaan de maskers af!
Jezus, Overwinnaar (Opw 832)
Waar U verschijnt, wordt alles nieuw.
Want U bevrijdt en geeft leven.
Elke storm verstilt door de klank van Uw stem.
Alles buigt voor Koning Jezus.

 
U bent de held die voor ons strijdt.
U baant de weg van overwinning.
Elke vijand vlucht, ieder bolwerk valt neer.
Naam boven alle namen, Hoogste Heer.

 
Voor eeuwig is Uw heerschappij.
Uw troon staat onwankelbaar.
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam.
Jezus, Overwinnaar!

 
De duisternis licht op door U.
De duivel is door U verslagen.
Dood waar is je macht, waar is je prikkel gebleven?
Jezus leeft en ik zal leven!

 
De schepping knielt in diepst ontzag.
De hemel juicht voor onze Koning.
En de machten van de hel weten Wie er regeert:
Naam boven alle namen, Hoogste Heer.

 
Voor eeuwig is Uw heerschappij.
Uw troon staat onwankelbaar.
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam.
Jezus, Overwinnaar!

 
Voor eeuwig is Uw heerschappij.
Uw troon staat onwankelbaar.
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam.
Jezus, Overwinnaar!

 
(tussenspel)
 
Naam boven alle namen
Naam boven alle namen
Naam boven alle namen
Naam boven alle namen
Naam boven alle namen

 
Naam boven alle namen
Naam boven alle namen
Naam boven alle namen
Naam boven alle namen
Naam boven alle namen

 
Voor eeuwig is Uw heerschappij.
Uw troon staat onwankelbaar.
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam.
Jezus, Overwinnaar!

 
Ongeëvenaarde kracht ligt in Uw grote Naam.
Jezus, Overwinnaar!
Jezus, Overwinnaar!
Jezus, Overwinnaar!
Viering Heilig Avondmaal

• lofprijzing
• instellingswoorden
• gebed

Samen eten wij (Sela)
Wij nemen aan de tafel plaats
met ieder die gelooft.
U maakt dat wij één lichaam zijn
met Jezus als ons hoofd.

 
Hier deelt U ons vrijgevig uit;
het brood, de beker wijn.
U breekt en schenkt Uzelf aan ons,
wil onze maaltijd zijn.

 
Samen eten wij, samen delen wij.
Er is brood voor iedereen.
Proef de liefde, wij zijn welkom.
Hier aan tafel zijn wij één.

 
Wij willen zoals Jezus zijn,
veranderd naar Zijn beeld;
een lichaam dat ruimhartig geeft,
het goede leven deelt.

 
Samen eten wij, samen delen wij.
Er is brood voor iedereen.
Proef de liefde, wij zijn welkom.
Hier aan tafel zijn wij één.

 
Samen eten wij, samen delen wij.
Er is brood voor iedereen.
Proef de liefde, wij zijn welkom.
Hier aan tafel zijn wij één.

 
Samen eten wij, samen delen wij.
Er is brood voor iedereen.
Proef de liefde, wij zijn welkom.
Hier aan tafel zijn wij één.
Eerste tafel
Psalm 30: 1 (nb)
Dank, Heer, Gij hebt het niet gedoogd
dat vreugd’ mijn vijand heeft verhoogd!
Mijn God, om hulp riep ik U aan,
en Gij schonkt mij dit nieuw bestaan!
Het donker doodsrijk met zijn dreiging
werd tot een schaduw die voorbijging.
Tweede tafel
Psalm 30: 5 (nb)
Gij hebt mijn weeklacht en geschrei
veranderd in een blijde rei!
Mijn rouwkleed hebt Gij weggedaan,
uw vreugdekleed deedt Gij mij aan,
dat ik zou zingen tot uw ere
in eeuwigheid, mijn God, mijn Here!
Derde tafel (eventueel)
Psalm 30: 2 (nb)
Heft tot zijn eer een lofzang aan,
gij die den Heer zijt toegedaan.
Zijn gramschap duurt een kleine tijd,
een leven zijn goedgunstigheid.
Die wenend ’s nachts is neergezegen
gaat met gejuich het zonlicht tegen.
Gebeden
Collectes
1. kerk; 2. jeugdwerk; tafelcollecte: diaconie
Kinderen vertellen over het bijbeluur
Dankt, dankt nu allen God (LvdK 44: 1, 2)
Dankt, dankt nu allen God
met hart en mond en handen,
die grote dingen doet
hier en in alle landen,
die ons van kindsbeen aan,
ja, van de moederschoot,
zijn vaderlijke hand
en trouwe liefde bood.
 
Die eeuwig rijke God
moog’ ons reeds in dit leven
een vrij en vrolijk hart
en milde vrede geven.
Die uit genade ons
behoudt te allen tijd,
is hier en overal
een helper die bevrijdt.
Zegen (staande)
Wilhelmus (LvdK 411: 1, 6)
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik van duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een prinse van Oranje
ben ik vrij onverveerd,
den koning van Hispanje
heb ik altijd geeerd.
 
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer!
Op U zo wil ik bouwen,
verlaat mij nimmermeer!
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar te aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.