Kerkdiensten kijken of luisteren
Er is op dit moment een uitzending
U kunt nu meeluisteren
Klik op ▶ afspelen
Uitzending met beeld, klik
Zondag 11 mei 2025, ochtenddienst
Voorganger: ds. R.C. Verburg
Welkom
Vul dit huis met Uw glorie (Opw 815)
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Heilig, heilig, heilig is de Heer.
Jezus is Koning, breng hulde geef Hem eer.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Heilig, heilig, heilig is de Heer.
Jezus is Koning, breng hulde geef Hem eer.
Heilig, heilig, heilig is de Heer.
Jezus is Koning, breng hulde geef Hem eer.
Heilig, heilig, heilig is de Heer.
Jezus is Koning, breng hulde geef Hem eer.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Heilig, heilig, heilig is de Heer.
Jezus is Koning, breng hulde geef Hem eer.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Heilig, heilig, heilig is de Heer.
Jezus is Koning, breng hulde geef Hem eer.
Heilig, heilig, heilig is de Heer.
Jezus is Koning, breng hulde geef Hem eer.
Heilig, heilig, heilig is de Heer.
Jezus is Koning, breng hulde geef Hem eer.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw glorie.
Vul dit huis met Uw aanwezigheid.
Want alles is door U
en alles is tot U,
openbaar aan Uw heerlijkheid.
Geen andere naam (Opw 420)
Geen andere naam dan de naam van Jezus,
geen andere naam dan de naam van de Heer,
geen andere naam dan de naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
Geen andere naam dan de naam van Jezus,
geen andere naam dan de naam van de Heer,
geen andere naam dan de naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
Zijn naam is verheven boven heel de aard’.
Zijn naam is hoger dan de hemel.
Zijn naam is verheven boven heel de aard’.
Geef glorie en eer Hem en prijs nu Zijn naam.
Geen andere naam dan de naam van Jezus,
geen andere naam dan de naam van de Heer,
geen andere naam dan de naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
geen andere naam dan de naam van de Heer,
geen andere naam dan de naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
Geen andere naam dan de naam van Jezus,
geen andere naam dan de naam van de Heer,
geen andere naam dan de naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
Zijn naam is verheven boven heel de aard’.
Zijn naam is hoger dan de hemel.
Zijn naam is verheven boven heel de aard’.
Geef glorie en eer Hem en prijs nu Zijn naam.
Geen andere naam dan de naam van Jezus,
geen andere naam dan de naam van de Heer,
geen andere naam dan de naam van Jezus
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
is waard te ontvangen de glorie en ere,
de kracht en de lof in eeuwigheid.
Stil gebed, votum en groet (staande)
Lied van de maand: Psalm 124: 1, 3 (dnp)
Was er geen hulp gekomen van de HEER,
– blijf, Israël, dit zeggen keer op keer –
was Hij voor ons niet in de bres gaan staan,
dan hadden wij geen hoop, geen toekomst meer;
dan zouden wij ten onder zijn gegaan.
Wij vluchtten uit de val die was gezet,
zoals een vogel vrijkomt uit een net.
Het net ging stuk en wij zijn losgeraakt.
In naam van Hem, de HEER, zijn wij gered;
Hij helpt ons, Hij die alles heeft gemaakt.
– blijf, Israël, dit zeggen keer op keer –
was Hij voor ons niet in de bres gaan staan,
dan hadden wij geen hoop, geen toekomst meer;
dan zouden wij ten onder zijn gegaan.
Wij vluchtten uit de val die was gezet,
zoals een vogel vrijkomt uit een net.
Het net ging stuk en wij zijn losgeraakt.
In naam van Hem, de HEER, zijn wij gered;
Hij helpt ons, Hij die alles heeft gemaakt.
Gods leefregels: Galaten 5: 13-26
13Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw aardse begeerten vrij spel te geven, maar dien elkaar in liefde, 14want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’ 15Maar wanneer u elkaar aanvliegt en verscheurt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden. 16Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan zult u niet toegeven aan aardse begeerten. 17De aardse begeerte gaat in tegen de Geest, en wat de Geest verlangt gaat in tegen de aardse begeerte. Het een is in strijd met het ander, en u kunt dus niet zomaar doen wat u wilt. 18Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet. 19De praktijken waartoe de aardse begeerte aanzet zijn bekend: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, 20afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit, 21afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God. 22Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof, 23zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft. 24Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn aardse natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen. 25Als we leven door de Geest, laten we de Geest dan ook volgen. 26Laten we elkaar niet uit eigenwaan de voet dwars zetten of een kwaad hart toedragen.
Psalm 51: 5 (nb)
Schep in mij, God, een hart dat leeft in ’t licht,
geef mij een vaste geest, die diep van binnen
zonder onzekerheid U blijft beminnen,
verwerp mij niet van voor uw aangezicht.
Ontneem mij niet uw heil’ge Geest, o God,
laat in uw heil mijn hart zich nu verblijden,
en richt geheel mijn wil op uw gebod,
dan zal ik zondaars op uw wegen leiden.
geef mij een vaste geest, die diep van binnen
zonder onzekerheid U blijft beminnen,
verwerp mij niet van voor uw aangezicht.
Ontneem mij niet uw heil’ge Geest, o God,
laat in uw heil mijn hart zich nu verblijden,
en richt geheel mijn wil op uw gebod,
dan zal ik zondaars op uw wegen leiden.
Gebed
Kindermoment
Koning over alles (OK 328)
Heer in de hemel
wij prijzen U
onze God en onze Vader
U alleen weet wat
gebeuren moet
in de hemel en op aarde
Want U bent Koning over alles
nu en voor altijd
de allersterkste en de mooiste
tot in eeuwigheid
Heer in de hemel
wij vragen U:
geef ons elke dag te eten
vergeef onze fouten
zoals wij iemand anders ook vergeven
Want U bent Koning over alles
nu en voor altijd
de allersterkste en de mooiste
tot in eeuwigheid
Heer in de hemel
wij bidden U:
leer ons zien wat goed en echt is
wilt U ons beschermen
voor elk gevaar
voor wat fout en nep en slecht is
Want U bent Koning over alles
nu en voor altijd
de allersterkste en de mooiste
tot in eeuwigheid
Want U bent Koning over alles
nu en voor altijd
de allersterkste en de mooiste
tot in eeuwigheid
wij prijzen U
onze God en onze Vader
U alleen weet wat
gebeuren moet
in de hemel en op aarde
Want U bent Koning over alles
nu en voor altijd
de allersterkste en de mooiste
tot in eeuwigheid
Heer in de hemel
wij vragen U:
geef ons elke dag te eten
vergeef onze fouten
zoals wij iemand anders ook vergeven
Want U bent Koning over alles
nu en voor altijd
de allersterkste en de mooiste
tot in eeuwigheid
Heer in de hemel
wij bidden U:
leer ons zien wat goed en echt is
wilt U ons beschermen
voor elk gevaar
voor wat fout en nep en slecht is
Want U bent Koning over alles
nu en voor altijd
de allersterkste en de mooiste
tot in eeuwigheid
Want U bent Koning over alles
nu en voor altijd
de allersterkste en de mooiste
tot in eeuwigheid
Bijbeluur voor de kinderen van groep 2 t/m 4 en 5 t/m 8
Bijbellezing: Daniël 3: 13-30
13Nebukadnessar barstte in woede uit en beval Sadrach, Mesach en Abednego bij hem te brengen. Toen de mannen voor de koning waren geleid, 14voer Nebukadnessar uit: ‘Is het waar, Sadrach, Mesach en Abednego, dat jullie mijn goden niet vereren en niet willen neerknielen voor het gouden beeld dat ik heb opgericht? 15Luister goed, als jullie je bereid tonen om, zodra je de muziek van hoorn, panfluit, lier, luit, harp, dubbelfluit en andere instrumenten hoort, op je knieën te vallen en in aanbidding te buigen voor het beeld dat ik gemaakt heb ... Maar weigeren jullie te buigen, dan worden jullie onmiddellijk in een brandende oven gegooid. En welke god zal jullie dan uit mijn handen kunnen redden?’ 16Sadrach, Mesach en Abednego zeiden hierop tegen koning Nebukadnessar: ‘Wij vinden het niet nodig uw vraag te beantwoorden, 17want als de God die wij vereren in staat is ons te redden uit een brandende oven en uit uw handen, dan zal Hij ons redden. 18Zo niet, weet dan, majesteit, dat wij uw goden niet vereren, noch buigen voor het gouden beeld dat u hebt opgericht.’ 19Nebukadnessar werd razend, en met een van woede vertrokken gezicht keek hij Sadrach, Mesach en Abednego aan. Hij gaf opdracht de oven zevenmaal heter op te stoken dan men gewoonlijk deed. 20En hij beval enkele van de sterkste mannen uit zijn leger om Sadrach, Mesach en Abednego te knevelen en in de brandende oven te gooien. 21De mannen werden gekneveld en met kleren en al, met jassen, broeken en mutsen, in de brandende oven gegooid. 22Omdat het bevel van de koning strikt was opgevolgd en de oven uitzonderlijk heet was gestookt, werden de mannen die Sadrach, Mesach en Abednego naar boven brachten door de uitslaande vlammen gedood. 23De drie, Sadrach, Mesach en Abednego, vielen gekneveld in de laaiende oven. 24Toen sloeg de schrik koning Nebukadnessar om het hart. Hij stond haastig op en zei tegen zijn raadsheren: ‘Wij hebben toch drie geknevelde mannen in het vuur gegooid?’ Zij antwoordden: ‘Zeker, majesteit.’ 25Hij vervolgde: ‘Maar ik zie vier mannen vrij rondlopen in het vuur. Ze zijn ongedeerd en de vierde lijkt op een godenzoon!’ 26Nebukadnessar liep naar de deur van de brandende oven en riep: ‘Sadrach, Mesach en Abednego, dienaren van de allerhoogste God, kom naar buiten, kom hier!’ Toen kwamen Sadrach, Mesach en Abednego uit de vlammen naar buiten. 27De satrapen, stadhouders, gouverneurs en raadsheren van de koning drongen naar voren. Ze bekeken de mannen en zagen dat het vuur geen vat had gekregen op hun lichaam. Geen haar op hun hoofd was verschroeid, hun jassen waren nog heel, er hing zelfs geen brandlucht om hen heen. 28Nebukadnessar nam het woord. Hij zei: ‘Geprezen zij de God van Sadrach, Mesach en Abednego, die zijn engel heeft gezonden en zijn dienaren gered. Zij hebben op Hem vertrouwd, zij hebben het bevel van de koning genegeerd en hun lichaam prijsgegeven, omdat zij voor geen andere dan hun eigen God willen neerknielen of buigen. 29Daarom vaardig ik het bevel uit dat eenieder, van welk volk, welke natie of taal ook, die zich oneerbiedig uitlaat over de God van Sadrach, Mesach en Abednego, in stukken wordt gehakt en dat zijn huis in puin wordt gelegd, want er is geen god die kan redden als deze.’ 30Vervolgens gaf de koning Sadrach, Mesach en Abednego een hogere positie in de provincie Babel.
Is God de Heer maar voor mij (Lvdk 90: 9)
Wat er mij ook gebeure,
in eeuwigheid zijt Gij,
en wat ter wereld, Here,
zou scheiden U en mij?
Al tonen zich verbolgen
de groten van de tijd,
geen honger of vervolging,
niets dat mij van U scheidt.
in eeuwigheid zijt Gij,
en wat ter wereld, Here,
zou scheiden U en mij?
Al tonen zich verbolgen
de groten van de tijd,
geen honger of vervolging,
niets dat mij van U scheidt.
Verkondiging: Je kunt niet om God heen
Onze Schuilplaats is God (Opw 847)
Er is hoop die groter dan de dood is
Er is leven sterker dan het sterven
Er is licht dat niemand ooit kan doven
Er is liefde die nooit teleur zal stellen
(tussenspel)
Er is vrede ver voorbij de onrust
Er is blijdschap dieper dan de tranen
Er is sterkte zelfs in onze zwakte
Er is trouw die ons nooit zal verlaten
Onze hulp en onze verwachting
is in U voor eeuwig
Dus richten wij onze harten naar boven
Vertrouwen wij op de God die wij loven
Niemand die ons uit Uw handen kan roven
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
(tussenspel)
Er is troost die sterker dan de pijn is
Er is vreugde groter dan ons lijden
Er is antwoord midden in de twijfel
Overwinning dwars door al ons strijden
Onze hulp en onze verwachting
is in U voor eeuwig
Dus richten wij onze harten naar boven
Vertrouwen wij op de God die wij loven
Niemand die ons uit Uw handen kan roven
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
Tot aan de dag dat U bij ons komt wonen
En alle tranen voor altijd zal drogen
is het Uw Geest die ons helpt te geloven:
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
(tussenspel)
Onze hulp en onze verwachting is in U
Onze hulp en onze verwachting is in U
Onze hulp en onze verwachting is in U
voor eeuwig
Dus richten wij onze harten naar boven
Vertrouwen wij op de God die wij loven
Niemand die ons uit Uw handen kan roven
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
Tot aan de dag dat U bij ons komt wonen
En alle tranen voor altijd zal drogen
is het Uw Geest die ons helpt te geloven:
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
Er is leven sterker dan het sterven
Er is licht dat niemand ooit kan doven
Er is liefde die nooit teleur zal stellen
(tussenspel)
Er is vrede ver voorbij de onrust
Er is blijdschap dieper dan de tranen
Er is sterkte zelfs in onze zwakte
Er is trouw die ons nooit zal verlaten
Onze hulp en onze verwachting
is in U voor eeuwig
Dus richten wij onze harten naar boven
Vertrouwen wij op de God die wij loven
Niemand die ons uit Uw handen kan roven
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
(tussenspel)
Er is troost die sterker dan de pijn is
Er is vreugde groter dan ons lijden
Er is antwoord midden in de twijfel
Overwinning dwars door al ons strijden
Onze hulp en onze verwachting
is in U voor eeuwig
Dus richten wij onze harten naar boven
Vertrouwen wij op de God die wij loven
Niemand die ons uit Uw handen kan roven
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
Tot aan de dag dat U bij ons komt wonen
En alle tranen voor altijd zal drogen
is het Uw Geest die ons helpt te geloven:
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
(tussenspel)
Onze hulp en onze verwachting is in U
Onze hulp en onze verwachting is in U
Onze hulp en onze verwachting is in U
voor eeuwig
Dus richten wij onze harten naar boven
Vertrouwen wij op de God die wij loven
Niemand die ons uit Uw handen kan roven
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
Tot aan de dag dat U bij ons komt wonen
En alle tranen voor altijd zal drogen
is het Uw Geest die ons helpt te geloven:
Een machtige rots, onze schuilplaats is God
Gebeden
Collectes
1. kerk, 2. onderhoud gebouwen
Kinderen vertellen over het bijbeluur
Wat vlied’ of bezwijk’ (Lvdk 470: 1, 3, 4)
Wat vlied’ of bezwijk’, getrouw is mijn God,
Hij blijft aan mijn zij in ’t wisselend lot;
moog ’t hart soms ook beven in ’t heetst van de strijd,
zijn liefd’ en ontferming vertroosten altijd.
Als God mij vertroost, is ’t kruis niet te zwaar,
dan ken ik geen vrees in ’t bangste gevaar,
dan win ik al strijdend vertrouwen en kracht
en zing ik mijn psalmen in duistere nacht.
Ik roem in mijn God, ik juich in zijn trouw,
de rots mijner ziel, waar ’k eeuwig op bouw.
Ik zal Hem nog prijzen in ’t uur van mijn dood,
dan rijst nog mijn loflied: zijn goedheid is groot!
Hij blijft aan mijn zij in ’t wisselend lot;
moog ’t hart soms ook beven in ’t heetst van de strijd,
zijn liefd’ en ontferming vertroosten altijd.
Als God mij vertroost, is ’t kruis niet te zwaar,
dan ken ik geen vrees in ’t bangste gevaar,
dan win ik al strijdend vertrouwen en kracht
en zing ik mijn psalmen in duistere nacht.
Ik roem in mijn God, ik juich in zijn trouw,
de rots mijner ziel, waar ’k eeuwig op bouw.
Ik zal Hem nog prijzen in ’t uur van mijn dood,
dan rijst nog mijn loflied: zijn goedheid is groot!
Zegen (staande)